Ervaring
‘Ik merkte dat het frustrerend was voor mentoren en docenten als kinderen hier weggingen en het vervolgtraject mislukte’, vertelt hij over de achtergrond van de methodiek. ‘Zij onderhielden in hun vrije tijd dan contacten met jongeren om ze te ondersteunen, zodat ze niet zouden terugvallen of om te voorkomen dat het niet zou lukken op hun nieuwe school. Daarom hebben we nazorg op maat bedacht. Dat houdt in dat we jongeren blijvend ondersteunen tot de overgang naar een nieuwe school of werk goed gaat. Zo dienen we eigenlijk twee doelen. We zorgen dat jongeren goed kunnen landen op een nieuwe plek waardoor de slagingskans groter is en we voorkomen dat ze terugvallen.’
Op papier
Hoe ze dat moesten doen, daarover hadden Hoopman en zijn collega’s heel duidelijke ideeën. Maar hoe je dat op papier krijgt, zodat je een overdraagbare methodiek hebt, dat is een ander verhaal. Daarom vroeg hij hulp van JSO. ‘Wij hebben niet de expertise hoe je zo’n aanpak goed kunt beschrijven. JSO gaf ons de gelegenheid om het proces te doorlopen en op een goede manier op papier te zetten. Hiermee hebben ze onze mensen een hoop werk uit handen genomen.’
Goede dingen
De begeleiding van JSO bestond uit verschillende onderdelen. Er zijn sessies gedaan met docenten en mentoren, waarin onder andere leidende principes van nazorg op maat aan bod kwamen. Op basis hiervan maakte collega Nita van Veluw een concept van de werkwijze. Die is tijdens een teamsessie met medewerkers besproken en vervolgens getest in de praktijk. Hieraan was een actieonderzoek gekoppeld. ‘Je merkt dat ze ervaring hebben met het maken van methodieken en werkwijzen. En ook dat ze het veld kennen en expertise hebben in jeugdzorg en onderwijs. Mede daardoor hebben ze bij ons de goede dingen aangezet.’
Leidende principes
Het formuleren van de leidende principes is een van die goede dingen vindt Eri. ‘Het is heel helpend om met elkaar te onderzoeken en te verwoorden wat iedereen belangrijk vindt en wat werkt. Dat geeft kaders en de uitgangspunten aan. De manier om daar te komen, zat heel goed in elkaar. Het leverde nieuwe inzichten op en het hielp om scherper te krijgen wat we wilden. Nita heeft ook een wetenschappelijke onderbouwing van de leidende principes geformuleerd en er zijn linken gelegd met andere methodieken, zoals Pedagogisch Tact, Jouw Zorg en Jim. Op die manier is onze manier van werken verder aangescherpt en hebben we aanvullende onderdelen toegevoegd. Dus daarmee is het nog sterker geworden dan het al was.’
Relatie
En wat is volgens hem dan de kracht van de methodiek? ‘Dat je in relatie blijft met de jongeren, zowel binnen als buiten de instelling. Dat is toch de basis van ons werk. Voor medewerkers maakt dit het werk aantrekkelijker. Ze houden contact met jongeren die vertrekken. Het is dus geen kunstje wat je hier doet, maar je wordt serieus genomen in je werk. Daarnaast kun je de expertise die je hebt naar buiten brengen en anderen helpen om met de soms complexe problematiek van jongeren om te gaan, zodat zij kunnen participeren in de maatschappij. Zowel voor jongeren als medewerkers levert het veel op.’
Nu de werkwijze klaar is, is het tijd voor de volgende stap: het in gebruik nemen ervan. ‘Ik moet het implementatieplan nog uitwerken. Voor de ontwikkeling heb ik subsidie gekregen vanuit gelden van het samenwerkingsverband. Ik zou voorde implementatie het liefste ook subsidie aanvragen. Dan kun je de werkwijze op basis van de praktijkervaringen verder verfijnen en ook onderzoek doen naar de resultaten. Ik wil graag aantonen dat het bijdraagt aan een betere overstap van de instelling naar de nieuwe situatie. Dat neemt niet weg dat we startklaar staan om er nu mee te gaan werken. Bij alle teams is de laatste versie van de werkwijze besproken en nu kunnen we het bekend gaan maken bij jongeren. Ik ben tevreden.’