Zowel de gemeente Leiden als Cardea, Prodeba en De Binnenvest signaleren een lacune als het gaat om huisvesting van kwetsbare jongeren/jongvolwassenen tussen de 18 en 30 jaar. Er is behoefte aan een tussenvorm tussen zelfstandig wonen en beschermd wonen. Door het tekort aan woningen en het niet passende aanbod, stijgen de wachtlijsten voor zowel beschermd als regulier wonen en nemen de kosten toe.
Van idee naar businesscase
Jeanette van der Meer begeleidde het proces: ‘We zijn gestart met het samenstellen van een maatschappelijke businesscase. Wij organiseerden verschillende bijeenkomsten waar operationele- en beleidsmedewerkers wisselend aansloten en input leverden per thema. Elke bijeenkomst stond gelijk aan één of meer hoofdstukken in de businesscase die meteen gevuld zijn met de besproken input.’
Bewoners en corporaties zitten ook aan tafel
Ook corporaties en cliënten zijn bij het proces betrokken. Zij hebben van begin tot eind input gegeven. In de gesprekken met de jongeren werd duidelijk dat een ‘eigen plek’ erg belangrijk is en dat er flexibel moet worden omgegaan met de mate van begeleiding. Ook willen ze dat de organisaties ervoor waken dat er (onbedoeld) een ‘stempel’ of stigma op de woonvorm wordt geplakt. Alle input is meteen verwerkt in de businesscase en leidde onder andere tot een lijst met ‘tips’ van de betrokken cliënten.
Van concept naar de praktijk
Stapsgewijs zijn de partijen op een nieuwe woonvariant uitgekomen: Beschermd Wonen Light. Het is bedoeld voor 18-30 jarigen die zelfstandig willen wonen, maar dit nog niet helemaal zelf kunnen (regelen). De kern van het concept bevat drie elementen: regie voor de jongere, begeleiding op maat en wonen in verbinding met hun omgeving en andere jongeren (bijvoorbeeld ervaringsdeskundigen). Op dit moment zijn er twee Beschermd Wonen Light locaties in Leiden waar negen jonge bewoners samenwonen met een hoofdbewoner of een ervaringsdeskundige assistent beheerder.
Samenwerking
De rol van JSO verschuift nu van procesbegeleider naar het vastleggen van de ervaringen en het ophalen van wat wel en wat niet goed werkt. De samenwerking bevalt goed. Ria van der Plas is namens jeugdhulporganisatie Cardea betrokken ‘JSO heeft als onafhankelijke procesbegeleider de samenwerking begeleid en het tempo flink erin gehouden. Dat heb je nodig als je samen naar een resultaat toe werkt.’